Bestaan geesten echt?
Veel mensen proberen geestesverschijningen te verklaren, door ze volledig toe te schrijven aan bedrog en goocheltrucs door het medium. Het is waar, dat allerlei trucages worden uitgegeven voor echte verschijningen. Maar er zijn ook opvallende vertoningen van bovennatuurlijke macht geweest. Het mysterieuze kloppen, waarmee het moderne Spiritisme is begonnen, was niet het resultaat van menselijke trucjes of handigheid. Het was het directe werk van boze engelen, die langs deze weg één van de meest succesvolle misleidingen hebben ingevoerd, die zielen verwoest. Veel mensen zullen in de val lopen, juist omdat ze denken, dat het alleen maar menselijk bedrog is. Als ze geconfronteerd worden met verschijningen, waarvoor ze alleen maar een bovennatuurlijke verklaring kunnen vinden, zullen ze misleid worden. Want ze zullen deze verschijnselen aannemen als demonstratie van Gods grote macht.

Deze mensen zien het getuigenis van de Bijbel over het hoofd, over de wonderen die de satan en zijn helpers kunnen doen. Met de hulp van de satan, waren de tovenaars van de farao in staat om Gods daden te imiteren. Paulus getuigt, dat er voor de tweede komst van Jezus net zulke verschijnselen van satanische macht zullen zijn. De komst van de Heer zal worden voorafgegaan door: “de werking van de satan … met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen, en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid” II Thessalonicenzen 2: 9 – 10. En de apostel Johannes, die spreekt over de macht die wonderen doet, die zich in de eindtijd zal vertonen, schrijft: “Het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel laat neerkomen op de aarde, voor de ogen van de mensen. En het verleidt hen die op de aarde wonen door middel van de tekenen die het gegeven zijn te doen.” Openbaring 13: 13 – 14. Hier worden niet alleen bedriegers voorspeld. De mensen worden misleid door echte wonderen De satan verleent zijn handlangers daartoe de macht. Het zijn geen wonderen, die ze voorgeven te doen. Het zijn dus echte wonderen, geen trucs.
De vorst van de duisternis, die zijn meesterbrein zolang op misleiding gericht heeft, past zijn verzoekingen vakkundig aan voor mensen van alle rangen en standen, en in alle omstandigheden. Mensen die verfijnd en cultureel zijn aangelegd presenteert hij het Spiritisme in zijn meer verfijnde en intellectuele vorm. Op die manier weet hij veel mensen in zijn strikken te vangen. De wijsheid, die je via het Spiritisme kunt vergaren, is van het soort waar Jakobus over schrijft: “Dat is niet de wijsheid die van boven komt, maar ze is aards, natuurlijk, duivels.” Jakobus 3: 15. Maar de grote misleider verbergt, wanneer verbergen zijn plannen het beste dient. Hij was bij de verzoeking in de woestijn in staat om aan Christus te verschijnen, schitterend als een hemelse seraf. En aan de mens verschijnt hij in zijn meest aantrekkelijke gedaante als een lichtengel. Hij appelleert aan ons verstand door verheven thema’s aan te snijden. Hij houdt van show met meeslepende scènes. En hij weet iedereen voor zich in te nemen, door de welsprekende manier, waarmee hij over liefde en barmhartigheid praat. Hij prikkelt de fantasie, zodat die een hoge vlucht neemt. Daardoor worden mensen ertoe gebracht, zó trots op hun eigen wijsheid te worden, dat ze de Eeuwige in hun hart gaan verachten. Dat machtige wezen, dat de Verlosser van de wereld mee kon nemen naar een hoge berg en Hem al de koninkrijken op aarde en hun heerlijkheid kon laten zien: hij zal zijn misleiding aan de mensen presenteren op een manier, die de zintuigen betovert van iedereen, die niet door de kracht van God beschermd wordt.

De satan verleidt mensen nu net zoals hij Eva in de Hof van Eden verleid heeft. Hij vleit. Hij wekt het verlangen naar verboden kennis. Hij voedt de neiging tot zelfverheffing. Doordat hij deze verkeerde eigenschappen koesterde, kwam hij zelf ten val. En precies via diezelfde eigenschappen probeert hij de mensen in het ongeluk te storten. Hij zegt: “dat u als God zult wezen en goed en kwaad kennen.” Genesis 3: 5. Het Spiritisme leert: “dat de mens het schepsel van de vooruitgang is; dat het vanaf zijn geboorte zijn lot is om vooruit te gaan: ja zelfs tot in de eeuwigheid nadert hij het Goddelijke.” En ergens anders wordt gezegd: “Iedere geest zal zichzelf beoordelen en niet een andere.” “Dit oordeel zal juist zijn, want het is het oordeel van het eigen ik. … De troon is binnen in jezelf.” Een spiritistische leraar zei, toen dit “geestelijk bewustzijn” in hem ontwaakte: “Mijn medemensen waren allemaal ongevallen halfgoden.” En iemand anders beweert: “Ieder goed en volmaakt wezen is Christus.”
Dit alles komt dus in plaats van de gerechtigheid en volmaaktheid van de oneindige God: de Enige, die onze aanbidding toekomt. De volmaakte gerechtigheid van Zijn wet, de ware maatstaf voor wat mensen kunnen bereiken, is door de satan vervangen. In plaats van dit alles stelt de satan de zondige, dwalende natuur van de mens zelf: als enig voorwerp van aanbidding; als enige regel voor het beoordelingsvermogen; als enige maatstaf voor het karakter. Dat is zeker vooruitgang: niet naar boven, maar naar beneden.

Zowel voor ons verstand als voor onze geest geldt de wet, dat we door aanschouwen veranderd worden. Onze geest past zich langzaam aan aan de onderwerpen waar we ons mee bezighouden. Ze wordt gelijk aan datgene, wat ze uit gewoonte liefheeft en eert. De mens stijgt nooit hoger dan zijn eigen maatstaf voor zuiverheid, goedheid of waarheid. Als zijn eigen ik zijn hoogste ideaal is, zal hij nooit iets hogers bereiken. Hij zinkt veeleer steeds dieper en dieper. Alleen de genade van God is in staat de mens te verheffen. Als de mens aan zichzelf wordt overgelaten, gaat het onvermijdelijk bergafwaarts met hem.

Maar voor genotzuchtige mensen, voor mensen die van plezier houden, voor sensuele mensen, vertoont het Spiritisme zich in een minder subtiele vermomming dan voor meer verfijnde en intellectuele mensen. In deze grovere vorm is het Spiritisme in harmonie met hun neigingen. De satan bestudeert elke aanwijzing voor een zwakke plek in de menselijke natuur. Hij let op zonden, die ieder individu geneigd is te begaan. En vervolgens zorgt hij ervoor, dat de gelegenheden om deze neiging tot het kwaad te bevredigen niet ontbreken. Hij verleidt mensen tot overdaad in wat op zich wettig is. Hij zorgt ervoor, dat ze door onmatigheid lichamelijk, verstandelijk en moreel verzwakken. Hij heeft duizenden mensen vernietigd, en vernietigt nog steeds duizenden, doordat hij hen zich aan hun hartstochten laat overgeven. Daardoor verwildert de hele natuur van de mens. En als kroon op zijn werk, spreekt hij via de geesten uit: “Ware kennis stelt de mens boven elke wet.” “Alles wat is, is goed.” “God veroordeelt niet.” “Alle zonden die zijn bedreven, zijn onschuldig.” Mensen worden er op die manier toe gebracht, te geloven, dat hun verlangens de hoogste wet zijn, dat losbandigheid vrijheid is, en dat de mens alleen tegenover zichzelf verantwoording schuldig is. Wie kan dan nog verwonderd zijn, dat verdorvenheid en ontaarding overal overvloedig voorkomen? Massa’s mensen nemen gretig elke leer aan, die hun de vrijheid biedt om de ingevingen van hun vleselijk hart te volgen. De teugels van de zelfbeheersing worden op de hals van de lust gelegd. De vermogens van geest en ziel worden ondergeschikt gemaakt aan de dierlijke neigingen van de mens. En de satan sleept triomfantelijk duizenden mensen, die belijden christenen te zijn, in zijn netten mee.

Kunnen de doden met ons praten?
Voor iedere volgeling van Christus is het dienstwerk van heilige engelen een troostrijke en kostbare waarheid. Maar door dwalingen van de populaire theologie is deze Bijbelse waarheid verduisterd en verdraaid. De waarheid is ondergraven door de leer, dat de mens van nature onsterfelijk is. Deze leer stamt uit de heidense filosofie, en is in de tijd van de grote afval binnen het Christendom geïntegreerd. De Bijbel leert duidelijk: “De doden weten helemaal niets.” Prediker 9: 5. Massa’s mensen zijn gaan gelo-ven, dat het geesten van doden zijn – deze “dienende geesten, die uitgezonden worden om hen te dienen, die de zaligheid zullen beërven?” Hebreeën 1: 14. En dit ondanks het feit, dat de Bijbel getuigt van het bestaan van hemelse engelen, die zich verbinden met de geschiedenis van de mens, vóórdat iemand gestorven is.

De leer, dat de mens na zijn dood bewustzijn heeft – en vooral het geloof, dat geesten van doden terugkeren om de levenden te dienen – heeft de weg bereid voor het moderne Spiritisme. Dit Spiritisme leert het volgende: Stel, dat doden in aanwezigheid van God en hemelse engelen zouden worden toegelaten. En ze zouden daar bevoorrecht worden met kennis, die ver uitgaat boven wat ze daarvoor wisten. Waarom zouden ze dan niet naar de aarde kunnen terugkeren om de levenden te verlichten en te onderwijzen? Als het waar is, zoals populaire theologen leren, dat geesten van doden rond hun vrienden op aarde zweven, waarom zou hun dan niet worden toegestaan om met hen in contact te treden? Ze kunnen hen toch tegen het kwade waarschuwen, of hen troosten in verdriet?
Mensen, die geloven in een bewustzijn na de dood, kunnen moeilijk weerstand bieden aan wat op hen overkomt als zogenaamd goddelijk licht, doorgegeven door verheerlijkte geesten.
Zij beschouwen iets als heilig, wat door de satan als kanaal gebruikt wordt om zijn doeleinden te bereiken. De gevallen engelen, die onder zijn bevel staan, verschijnen als boodschappers uit de geesteswereld. Deze beweren, dat ze de levenden in contact brengen met de doden. Maar zo oefent de vorst van de duisternis zijn betoverende invloed uit op hun gedachten.
Hij weet mensen de verschijning van hun overleden vrienden voor ogen te toveren. De namaak is perfect. De bekende blik in de ogen, de woorden, de klank van de stem: het wordt allemaal met een wonderlijke nauwkeurigheid nagebootst. Veel mensen worden getroost door de verzekering, dat hun geliefden genieten van de gelukzaligheid in de hemel. En zonder argwaan, en zonder zich van het gevaar bewust te zijn, geven zij zich over aan “misleidende geesten en leringen van demonen.” I Timotheüs 4: 1.
Wanneer ze eenmaal zover zijn, dat ze werkelijk geloven, dat doden terugkeren om met hen te spreken – dan laat de satan bij voorkeur die mensen verschijnen, die onvoorbereid in het graf zijn neergedaald. Ze beweren, dat ze in de hemel gelukkig zijn en daar zelfs hoge posities bekleden. En zo wordt de dwaling wijd verspreid, dat er geen onderscheid is tussen rechtvaardigen en goddelozen. De zogenaamde bezoekers uit de geesteswereld geven soms waarschuwingen en voorspellingen die juist blijken te zijn. Maar dan, wanneer vertrouwen is gewonnen, presenteren ze leerstellingen, die het geloof in de Bijbel direct ondermijnen. Het lijkt alsof ze diep geïnteresseerd zijn in het welzijn van hun vrienden op aarde, maar ze zetten aan tot de meest gevaarlijke dwalingen. Ze vertellen een aantal dingen die waar blijken te zijn. En op sommige momenten zijn ze in staat de toekomst te voorspellen. Daardoor krijgen hun uitspraken een schijn van betrouwbaarheid. En de massa neemt hun valse leer even gemakkelijk aan, en geloven er even onvoorwaardelijk in, alsof het de meest heilige waarheden uit de Bijbel zijn. Gods wet wordt opzij gezet, de Geest van de genade veracht, en het bloed van het Verbond wordt voor onheilig gehouden. De geesten ontkennen dat Christus God is, en plaatsen zelfs de Schepper op gelijk niveau met zichzelf. De grote opstandeling voert onder een andere vermomming nog steeds oorlog tegen God. Hij is die strijd in de hemel begonnen, en zet die al bijna zesduizend jaar lang op aarde voort.

Niemand hoeft zich te laten misleiden
Maar niemand hoeft zich te laten misleiden door de leugenachtige beweringen van het Spiritisme. God heeft de wereld voldoende licht gegeven, om mensen te laten ontdekken, waar de valstrik zit. Zoals al is aangetoond is de theorie, die de fundamentele basis vormt van het Spiritisme, in strijd met de meest duidelijke uitspraken van de Schrift. De Bijbel zegt, dat doden helemaal niets weten, dat hun gedachten of plannen vergaan zijn. Ze hebben geen deel aan iets wat onder de zon geschiedt. Ze weten niets van de vreugde en het verdriet van de mensen die hen op aarde het dierbaarst waren.
Bovendien heeft God uitdrukkelijk verboden, opzettelijk contact te zoeken met geesten van overledenen. In de dagen van de Hebreeën (bedoeld wordt de oudtestamentische tijd, vertaler) bestond er een groep mensen die beweerden, net als vandaag spiritisten doen, dat zij met doden in contact konden komen. Maar deze “geesten van doden”, zoals deze bezoekers uit andere werelden genoemd werden, zijn volgens de Bijbel “geesten van demonen.” (vergelijk Numeri 25: 1 – 3; Psalm 106: 28; I Korinthe 10: 20; Openbaring 16: 14) De omgang met geesten van doden wordt een gruwel voor de Heer genoemd. Er gold een plechtig verbod voor, onder bedreiging van de doodstraf. (Leviticus 19: 31; 20: 27) Alleen op de naam hekserij al wordt in onze tijd diep neergekeken. De bewering, dat mensen omgang kunnen hebben met boze geesten, wordt beschouwd als een fabeltje uit de donkere middeleeuwen. Maar het Spiritisme heeft honderdduizenden aanhangers, ja zelfs miljoenen. Het heeft zich een weg gebaand in wetenschappelijke kringen. Het is de kerken binnengedrongen. Het heeft zich de gunst verworven van wetgevende organen, en zelfs aan hoven van koningen. Deze mammoetmisleiding is niets meer dan een herleving, in een nieuwe vermomming, van de hekserij die al lang geleden veroordeeld en verboden is.
Als er geen andere aanwijzingen bestonden over het ware karakter van het Spiritisme, zou het voor christenen voldoende zijn, te weten, dat deze geesten geen onderscheid maken tussen gerechtigheid en zonde. En ook niet tussen de edelste en zuiverste apostelen van Christus en de meest verdorven knechten van de satan. Door voor te stellen, dat mensen met het laagste karakter in de hemel zijn, en daar hoog geëerd zijn, zegt de satan tegen de wereld: “Het geeft niet, hoe goddeloos je bent. Het maakt niet uit, of je in God of de Bijbel gelooft of niet. Leef maar zoals je wilt: de hemel is jouw thuis.” Spiritistische leraren zeggen eigenlijk: “Iedereen die kwaad doet, is in de ogen van de HEERE goed, Hij vindt Zelf vreugde in hen. Of: Waar is de God van het oordeel?” Maleachi 2: 17. Maar het Woord van God zegt: “Wee hun die het kwade goed noemen en het goede kwaad; die duisternis voorstellen als licht, en licht als duisternis.” Jesaja 5: 20.

Apostelen worden geïmiteerd door deze leugengeesten. De satan laat ze tegenspreken, wat zij in opdracht van de Heilige Geest hebben opgeschreven, toen ze nog op aarde waren. Ze ontkennen, dat de Bijbel van goddelijke oorsprong is. Op die manier scheuren ze het fundament onder de christelijke hoop weg. Ze doven het licht dat de weg naar de hemel wijst. De satan laat de wereld geloven, dat de Bijbel uit pure verzinsels bestaat; of op z’n hoogst een boek is, bestemd voor de kindertijd van de mensheid. Maar nu kun je er luchtig tegen aankijken, of als overbodig opzij leggen. Om de lege plaats van de Bijbel op te vul-len, biedt hij geestesverschijningen aan. Dit kanaal heeft hij helemaal onder controle. Via dit middel kan hij de wereld laten geloven wat hij wil. Het Boek dat hem en zijn volgelingen zal oordelen, stelt hij in de schaduw, precies waar hij het wil hebben. De Heiland van de wereld maakt hij tot niets meer dan een gewoon mens. Het is net als de Romeinse wacht die het graf van Jezus bewaakte. Ze verspreidden de leugen, die de priesters en oudsten hun in de mond gelegd hadden, om Zijn opstanding te kunnen tegenspreken. Zo proberen de mensen die in geestesverschijningen geloven het te laten lijken, alsof er niets bijzonders is aan de wonderlijke omstandigheden rond het feit, dat Jezus leeft. Nadat ze op deze manier hebben getracht, Jezus naar de achtergrond te schuiven, vragen zij aandacht voor hun eigen wonderen, en zeggen, dat deze de daden van Christus verre overtreffen.

Een vorm die nog subtieler en gevaarlijker is
Het is waar, dat het Spiritisme nu van gedaante aan het veranderen is. Men versluiert enkele elementen, die de meeste weerstand oproepen, en neemt een christelijke vermomming aan. Maar men heeft jarenlang van de verschillende podia en via de pers hun standpunten in het openbaar geuit. En in die uitspraken is hun ware aard voor iedereen te lezen. Die leer kan niet ontkend of verborgen worden.
Maar zelfs in zijn huidige vorm is het helemaal niet zo, dat ze meer verdraagzaamheid waard is dan vroeger. De misleiding is nog gevaarlijker, want ze is subtieler. Vroeger werd Christus en de Bijbel afgewezen. Maar nu beweert het Spiritisme, dat het beide aanvaardt. Maar de Bijbel wordt zó uitgelegd, dat ze het onvernieuwde hart streelt. Haar plechtige en vitale waarheden worden ontkracht. Men blijft stilstaan bij de liefde als voornaamste eigenschap van God. Maar die liefde wordt verwaterd tot slappe sentimentaliteit, waarbij weinig onderscheid wordt gemaakt tussen goed en kwaad.
Gods rechtvaardigheid, Zijn veroordeling van de zonde, de eisen van Zijn heilige wet: het wordt allemaal buiten het gezichtsveld gehouden. Ze leren de mensen, de Tien Geboden te zien als dode letter. Aangename, betoverende fabels maken zich van de zintuigen meester en leiden de mensen ertoe, de Bijbel als fundament van hun geloof af te wijzen. Christus wordt nog even sterk afgewezen als vroeger. Maar de satan heeft de ogen van de mensen zó verblind, dat zij de misleiding niet opmerken.

Er zijn maar weinig mensen, die de misleidende macht van het Spiritisme juist kunnen inschatten; en hoe gevaarlijk het is, je aan deze invloeden bloot te stellen. Veel mensen experimenteren hiermee, louter om hun nieuwsgierigheid te bevredigen. Ze geloven er niet echt in. En ze huiveren bij de gedachte alleen al, zichzelf in de macht van geesten over te geven. Maar ze wagen zich op verboden terrein, en de machtige vernietiger oefent tegen hun wil macht over hen uit. Al laten ze zich er maar één keer toe verleiden om zijn gedachten over te nemen: ze zijn door hem gevangen. In eigen kracht is het voor hen onmogelijk, om de fascinerende en verlokkende betovering te verbreken. Alleen de kracht van God, die werkt als antwoord op ernstig en gelovig gebed, kan deze verstrikte zielen bevrijden.

Iedereen, die zondige karaktertrekken voedt, of willens en wetens een bekende zonde koestert, vormt een uitnodiging voor de verzoekingen van de satan. Je maakt jezelf los van God, en van de wakende zorg van Zijn engelen. En wanneer de boze hun dan zijn misleidingen voortovert, zijn ze zonder bescherming en vormen een gemakkelijke prooi. Mensen die zich op deze manier onder zijn macht stellen, hebben maar weinig besef van waar deze weg op uitloopt. Als de verleider hen eenmaal ten val heeft gebracht, gebruikt hij hen als handlangers om ook anderen te verlokken, zodat ook hun leven verwoest wordt.

Wizards en Witches…tovenarij?
De profeet Jesaja zegt: “Wanneer zij dan tegen u zeggen: Raadpleeg de geesten van doden, en waarzeggers met hun gelispel en geprevel – zeg dan: Moet een volk zijn God niet raadplegen? Moet menvoor de levenden de doden raadplegen? Terug naar de wet en het getuigenis! Als zij niet overeenkomstig dit woord spreken, zal er voor hen geen dageraad zijn.” Jesaja 8: 19 – 20. De Bijbel is duidelijk over de natuur van de mens, en over de toestand waarin de doden verkeren. Als mensen eens bereid zouden zijn, de waarheid aan te nemen, zoals die in de Schriften duidelijk wordt uiteengezet! Dan zouden ze in de beweringen en de verschijningen van het Spiritisme het werk van de satan herkennen; met al zijn macht, tekenen en bedrieglijke wonderen. Maar liever dan de vrijheid prijs te geven, die het vleselijk hart zo goed doet – en liever dan lievelingszonden af te zweren – sluiten massa’s mensen hun ogen voor het licht en gaan gewoon door, ongeacht de waarschuwingen. De satan spint zijn netten rond hen heen en ze vallen hem ten prooi. “de werking van de satan: … met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden. En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden, zodat zij de leugen geloven.” II Thessalonicenzen 2: 9 – 11.
Mensen die tegen de leer van het Spiritisme ingaan, vallen niet alleen mensen aan, maar ook de satan met zijn engelen. Ze zijn een strijd aangegaan “tegen de overheden, tegen de machten, … tegen de geestelijke boosheden in de hemelse gewesten.” Efeze 6: 12. De satan geeft geen duimbreed toe, tenzij hij wordt teruggedreven door de kracht van boodschappers uit de hemel. Het volk van God moet in staat zijn, om hem, net als onze Heiland, tegemoet te treden met de woorden: “Er staat geschreven.” De satan komt ook nu met Bijbelteksten aanzetten, net als bij Christus. Hij verdraait de Bijbelse leer om zijn misleidingen te kunnen onderbouwen. Mensen, die in deze gevaarlijke tijd staande willen blijven, moeten de Bijbelse boodschap voor zichzelf goed begrijpen.
Veel mensen zullen worden geconfronteerd met geesten van demonen, die geliefde familieleden of vrienden personifiëren. En in die gedaante verkondigen ze de gevaarlijkste ketterijen. Deze bezoekers zullen een appèl doen op onze tederste gevoelens. En ze zullen wonderen doen, om hun beweringen kracht bij te zetten. Wij moeten in staat zijn hen te weerleggen, met de Bijbelse waarheid, dat doden helemaal niets weten. De wezens die op deze manier verschijnen, zijn geesten van demonen.

Het uur van de verzoeking
Vlak vóór ons ligt “het uur van de verzoeking, die over heel de bewoonde wereld komen zal, om te verzoeken hen die op de aarde wonen.” Openbaring 3: 10. Iedereen, van wie het geloof niet een stevig fundament heeft op het Woord van God, zal worden misleid en overwonnen. De satan werkt “met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen” (II Thessalonicenzen 2: 9), om de mensen in zijn macht te krijgen. Zijn misleidingen zullen steeds meer toenemen. Maar hij kan zijn doel alleen bereiken, wanneer mensen vrijwillig voor zijn verzoekingen bezwijken. Mensen die oprecht op zoek zijn naar de waarheid, en die ernaar streven hun ziel door gehoorzaamheid te zuiveren – en dus doen wat ze kunnen om op de strijd voorbereid te zijn – zullen in de God van de waarheid een veilige bescherming vinden. “Omdat u Mijn Woord, om te volharden, bewaard hebt, zal Ik u ook bewaren …” Zo begint Openbaring 3: 10, en dat is de belofte van onze Heiland. Hij zal nog eerder alle engelen uit de hemel zenden om Zijn volk te beschermen, dan dat Hij ook maar één ziel, die zijn vertrouwen op Hem heeft gesteld, door de satan zal laten overwinnen.
De profeet Jesaja laat zien, wat voor angstaanjagende misleiding er over de goddelozen zal komen. Die misleiding zal ervoor zorgen, dat ze zich veilig wanen voor Gods oordelen. “Wij hebben een verbond gesloten met de dood, en met het rijk van de dood zijn wij een verdrag aangegaan. Wanneer de overstromende gesel voorbijtrekt, komt hij niet bij ons, want van de leugen hebben wij ons toevluchtsoord gemaakt en in het bedrog hebben wij ons verborgen.” Jesaja 28: 15. Tot de groep die hier beschreven wordt, behoren ook mensen, die zich in hun koppige weigering om zich te bekeren troosten met de valse zekerheid, dat zondaren niet gestraft zullen worden. Zij denken, dat de hele mensheid, hoe verdorven ook, in de hemel verhoogd zal worden, en zal worden als engelen van God. Maar er is een groep mensen, die nog nadrukkelijker een verbond met de dood en een overeenkomst met de hel sluiten: Het zijn de mensen, die de waarheden afwijzen, die de Hemel juist heeft gegeven, om de rechtvaardigen in de tijd van beproeving te beschermen. Het zijn de mensen, die in plaats daarvan hun toevlucht zoeken in de leugens van de satan: de misleidende aanspraken van het Spiritisme.


Mensen van deze generatie zijn onvoorstelbaar blind. Duizenden mensen verwerpen het Woord van God, omdat ze dit ongeloofwaardig vinden. Maar misleidingen van de satan nemen ze gretig en vol vertrouwen aan. Sceptici en spotters keuren de bekrompenheid af van hen, die opkomen voor het geloof van de profeten en apostelen. Ze vermaken zich met het belachelijk maken van heilige uitspraken in de Schrift over Christus en het verlossingsplan. Ze lachen over de vergelding, die de mensen die de waarheid verwerpen, zullen ontvangen. Ze doen alsof ze groot medelijden hebben met geesten, die zo bekrompen, zwak en bijgelovig zijn, om de eisen van God te erkennen en de voorschriften van Zijn wet te gehoorzamen. Ze lijken zo zelfverzekerd, alsof ze inderdaad een verbond met de dood en een overeenkomst met de hel hebben gesloten – alsof ze een onoverkomelijke en ondoordringbare wand hebben opgeworpen tegen de wraak van God. Niets kan hen angst inboezemen. Ze hebben zich zó volledig aan de verleider overgeleverd, hebben zich zó nauw met hem verbonden, en zijn zó doordrongen van zijn geest – dat ze de kracht niet meer hebben, en zelfs niet meer het verlangen, om zich uit zijn valstrikken los te breken.
De satan heeft zich langdurig voorbereid op zijn laatste poging om de wereld te misleiden. De basis voor zijn werk heeft hij in de Hof van Eden gelegd, toen hij tegen Eva zei: “U zult zeker niet sterven. Maar God weet dat op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult wezen en goed en kwaad kennen.” Genesis 3: 4 – 5. Stukje bij beetje heeft hij de weg bereid voor zijn meesterstuk in misleiding: de ontwikkeling van het Spiritisme. Hij heeft zijn doel nog niet volledig bereikt. Maar in het laatste restje van de tijd, zal hem dat zeker lukken. De profeet zegt: “En ik zag … drie onreine geesten komen, die eruit zagen als kikvorsen. Want dit zijn de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de gehele bewoonde wereld, om hen te verzamelen tot de oorlog van die grote dag van de almachtige God.” Openbaring 16: 13 – 14. Met uitzondering van de mensen, die door het geloof in Zijn Woord door de kracht van God bewaard worden, zal de hele wereld binnen de rangen van deze misleiding worden ingelijfd. De mensen worden in hoog tempo in slaap gesust tot een fataal gevoel van veiligheid. Zij zullen pas ontwaken, wanneer de toorn van God zal worden uitgegoten.

De HEERE God zegt: “Ik stel het recht tot meetsnoer, en de gerechtigheid tot paslood; de hagel zal het toevluchtsoord van de leugen wegvagen, het water zal de schuilplaats overstromen. Dan zal uw verbond met de dood tenietgedaan worden, uw verdrag met het rijk van de dood zal geen stand houden. Trekt de overstromende gesel voorbij, dan zult u door hem vertrapt worden.” Jesaja 28: 17 – 18.