1. Hoe zijn we hier eigenlijk terechtgekomen?
“Toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levende ziel..” Genesis 2: 7 SV
Antwoord: God maakte ons in het begin uit stof.
2. Wat gebeurt er als er iemand sterft?
“Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd, … voordat … het stof terugkeert naar de aarde zoals het was, en de geest terugkeert tot God, Die hem gegeven heeft.” Prediker 12: 1, 7
Antwoord: Ons lichaam vergaat weer tot stof. En de geest keert terug tot God, Die hem gegeven heeft. De geest van iedereen – of hij nu rechtvaardig is of goddeloos – keert bij de dood terug tot God.
3. Wat is de “geest” die bij de dood terugkeert tot God?
“Want zoals het lichaam zonder geest (πνευμα = letterlijk: adem) dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood.” Jakobus 2: 26
“Zolang mijn adem nog ten volle in mij is, en de geest Gods (Statenvertaling: ‘geblaas Gods’) in mijn neusgaten” Job 27: 3 NBG.
Antwoord: De geest die bij de dood tot God terugkeert, is de levensadem. Nergens in het hele Woord van God heeft de “geest”, wanneer iemand sterft, nog enig leven, wijsheid of gevoel. Het is de “levensadem” en meer niet.
4. Wat is een ziel?
“Toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levende ziel.” Genesis 2: 7 SV
Antwoord: Een ziel is een levend wezen. Een ziel is altijd een combinatie van twee dingen: een lichaam plus de levensadem. Een ziel kan niet bestaan, tenzij lichaam en levensadem samen zijn. Het Woord van God leert, dat wij een levende ziel zijn.
5. Is de ziel sterfelijk?
“De ziel die zondigt, die zal sterven.” Ezechiël 18: 20
“elk levend wezen [Grieks: ψυχὴ χω̃σα; Statenvertaling: alle levende ziel] in de zee stierf.” Openbaring 16: 3
Antwoord: Volgens het Woord van God zijn zielen inderdaad sterfelijk! Wij zijn zielen, en zielen sterven. De mens is sterfelijk (Job 4: 17 NBG: “Zou een sterveling rechtvaardig zijn tegenover God, of een man rein tegenover zijn Maker?”) Alleen God is onsterfelijk. I Timotheüs 6: 15 – 16: “De zalige en alleen machtige Heerser, de Koning der koningen en Heere der heren, zal Hem op Zijn tijd openbaren, Hem Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont. Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij eer en eeuwige kracht. Amen.” Het idee van een niet stervende, onsterfelijke ziel gaat in tegen de Bijbel. Want de Schrift leert ons, dat zielen aan de dood onderworpen zijn.
(vertaling afbeelding):
LICHAAM (stof) – LEVENSADEM (geest) = DOOD (geen ziel)
6. Gaan goede mensen na hun dood naar de hemel?
“De tijd komt waarin allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen, en zij zullen eruit gaan” Johannes 5: 28 – 29.
“Mannen broeders, het is mij toegestaan over de aartsvader David vrijuit tegen u te zeggen dat hij én gestorven én begraven is, en dat zijn graf tot op deze dag onder ons is.” “David is immers niet opgevaren naar de hemelen” Handelingen 2: 29, 34.
Antwoord: Nee, mensen gaan wanneer ze sterven noch naar de hemel noch naar de hel. Ze gaan naar hun graf om op de dag van de wederopstanding te wachten.
7. Wat weet je nog na je dood?
“Want de levenden weten dat zij sterven zullen, maar de doden weten helemaal niets. Zij hebben ook geen loon meer, maar hun gedachtenis is vergeten. Ook hun liefde, ook hun haat, ook hun afgunst is al vergaan. Zij hebben geen deel meer, voor eeuwig, aan alles wat er onder de zon plaatsvindt.” “want er is geen werk, geen overleg, geen kennis of wijsheid in het graf, waar u naartoe gaat.” Prediker 9: 5, 6, 10. “De doden zullen de HEERE niet prijzen, evenmin wie in de stilte neergedaald zijn.” Psalm 115: 17
Antwoord: God zegt dat de doden absoluut niets weten!
8. Maar kunnen doden dan geen contact met de levenden hebben? En weten ze dan niet, wat de levenden aan het doen zijn?
“Alzo ligt de mens neer, en staat niet op; totdat de hemelen niet meer zijn, zullen zij niet opwaken, noch uit hun slaap opgewekt worden.” “Zijn kinderen komen tot eer, en hij weet het niet; of zij worden klein, en hij let niet op hen.” Job 14: 12, 21 SV
“want er is geen werk, geen overleg, geen kennis of wijsheid in het graf, waar u naartoe gaat.” Prediker 9: 6
Antwoord: Nee, de doden kunnen niet in contact met de levenden treden. En ze weten ook niet, wat de levenden doen. Ze zijn dood. “Zijn geest verlaat hem, hij keert terug tot zijn aardbodem; op die dag ver-gaan zijn plannen.” Psalm 146: 4
9. In Johannes 11: 11 – 14 noemt Jezus de onbewuste staat van de doden “slaap.” Hoe lang moeten ze slapen?
“Alzo ligt de mens neer, en staat niet op; totdat de hemelen niet meer zijn, zullen zij niet opwaken, noch uit hun slaap opgewekt worden.” Job 14: 12
“De dag des Heeren zal komen … Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan.” II Petrus 3: 10
Antwoord: De doden zullen slapen tot de grote dag des Heren aan het einde van het bestaan van deze wereld. Tijdens hun dood zijn mensen volkomen onbewust. Ze hebben geen enkele kennis en vertonen geen enkele activiteit.
10. Wat gebeurt er met de rechtvaardige doden bij de Tweede Komst van Jezus?
“En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn.” Openbaring 22: 12
“Want de Heere Zelf zal met een geroep, … En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. … En zo zullen wij altijd met de Heere zijn.” I Thessalonicenzen 4: 16 – 17.
“Wij … zullen wel allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk … en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden … I Korinthe 15: 51 – 53.
Antwoord: Zij ontvangen hun beloning. Ze zullen worden opgewekt, een onsterfelijk lichaam krijgen, en opgenomen worden, om hun Heer in de lucht te ontmoeten. De wederopstanding zou geen zin hebben, als mensen bij hun dood naar de hemel zouden worden overgebracht.
11. Zullen de rechtvaardige mensen, die in de wederopstanding worden opgewekt, ooit nog sterven?
“zij die waardig geacht zullen zijn die toekomende wereld te verkrijgen en de opstanding uit de doden, … kunnen niet meer sterven.” Lukas 20: 35 – 36.
“En Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn, ook geen rouw, geween of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.” Openbaring 21: 4
Antwoord: Nee! Dood, verdriet, tranen, en rouw zullen Gods nieuwe koninkrijk niet meer binnendringen.