De Sabbat in de profetieën

Inleiding
Bijna de hele christelijke wereld eerbiedigt de zondag. Wist God, dat deze poging om Zijn heilige Sabbat te veranderen zou plaatsvinden?

“ Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd.” Daniël 7: 25

“Wees dan op uw hoede wat uzelf betreft, en heel de kudde, waarover de Heilige Geest u tot opzieners aangesteld heeft, om de gemeente van God te weiden, die Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed. Want dit weet ik dat na mijn vertrek wrede wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet sparen; en dat uit uw eigen midden mannen zullen opstaan die verkeerde dingen spreken, om de discipelen weg te trekken achter zich aan.” Handelingen 20: 28 – 30

Ja, God voorspelde lang geleden, dat binnen de gemeente zelf misleide mensen zouden opstaan, die zouden proberen Zijn heilige wet te veranderen.

Wie is er verantwoordelijk voor alle verwarring rondom de sabbat?

In de Bijbel staat het profetische boek Daniël. Daarin somt God een groot aantal herkenningstekens van de kleine horen op. “Hij zal erop uit zijn” Gods wet te veranderen. Die herkenningstekens wijzen duidelijk in de richting van de Rooms-katholieke Kerk, als de verantwoordelijke instantie. Je kunt het antwoord zelfs al vinden, als je let op de vele uitspraken die deze kerk en haar leiders gedaan hebben:

“De Katholieke Kerk heeft zondag aangewezen als gemeenschappelijke dag van aanbidding. En voor deze verandering komt alle lof – of blaam – haar toe.” This Rock, (Deze Rots) Tijdschrift voor katholieke Apologetiek en Evangelisatie, juni 1997, blz. 7

“Aan de andere kant heeft de Kerk, nadat zij de rustdag van de Joodse Sabbat, of de zevende dag van de week, in de eerste dag had veranderd, het Derde Gebod van toepassing verklaard op de zondag. Deze dag moet als Dag van de Heer heilig worden gehouden.” The Catholic Encyclopedia

“Natuurlijk eist de Katholieke Kerk op, dat deze verandering haar werk is geweest. Deze daad is teken van haar kerkelijke macht en haar gezag in godsdienstige aangelegenheden.” C.F Thomas, kanselier van kardinaal Gibbons, in antwoord op een brief over het veranderen van de Sabbat, 11 november 1895.

Is de ware sabbat dan zó belangrijk?

Maakt het wat uit welke dag we vieren?

Jazeker. In Gods laatste waarschuwingsboodschappen aan de wereld vinden we een oproep om de Schepper te aanbidden.

En ik zag een andere engel, die hoog aan de hemel vloog. … En hij zei met een luide stem: Vrees God en geef Hem eer, want het uur van Zijn oordeel is gekomen”.

De oproep tot aanbidding in Openbaring 14: 7 brengt ons terug bij het gebod over de Sabbat, die God speciaal apart gezet heeft met een heilig doel:

“Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt. Zes dagen moet u arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan mag u geen enkel werk doen, u niet, uw zoon en uw dochter niet, uw slaaf en slavin niet, uw vee niet, en niet de vreemdeling, die binnen uw poorten is. Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die.” Exodus 20: 8 – 11.

De hele Bijbel door zien we, hoe nadruk wordt gelegd op het eerbied tonen aan de Schepper.

“U bent waardig, Heere, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen.” Openbaring 4: 11.

“Want de HEERE is groot en zeer te prijzen, Hij is ontzagwekkend boven alle goden. Want al de goden van de volken zijn afgoden, maar de HEERE heeft de hemel gemaakt.” Psalm 96: 4 – 5.

“ Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal. Mijn hulp is van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.” Psalm 121: 1 – 2.

Door de Sabbat heilig te houden, zoals Hij geboden heeft, tonen wij Hem onze liefde. En we erkennen hiermee Zijn gezag over ons leven.

“Ieder die gelooft dat Jezus de Christus is, is uit God geboren; en ieder die Hem liefheeft Die geboren deed worden, heeft ook lief die uit Hem geboren is. Hieraan weten wij dat wij de kinderen van God liefhebben, wanneer wij God liefhebben en Zijn geboden bewaren. Want dit is de liefde tot God, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn geen zware last.” I Johannes 5: 1 – 3.

Maakt het uit hoe we God aanbidden?

Ja. In Johannes 4 stelt een vrouw Jezus deze zelfde vraag. Jezus antwoordde:

“Maar de tijd komt en is nu, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid; want de Vader zoekt immers wie Hem zo aanbidden. God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.” Johannes 4: 23 – 24.

God laat in Openbaring 14: 7 een krachtige waarschuwing horen. Hij zegt duidelijk:

“En aanbid Hem Die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.”

Deze krachtige waarschuwing is nodig. Want de duivel heeft bijna de hele wereld misleid. Ze hebben zijn namaakrustdag aangenomen. Daardoor aanbidden massa’s mensen hem meer dan hun Schepper.

“En ik zag een van zijn koppen als dodelijk gewond, maar zijn dodelijke wond werd genezen. En de gehele aarde ging met verbazing het beest achterna. En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest macht gegeven had. En zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan dit beest gelijk? En wie kan er oorlog tegen voeren?” Openbaring 13: 3 – 4.

Kunnen we met zekerheid vaststellen wie dit beest is?
Is dat wel allemaal zo belangrijk?

Ja, we kunnen en moeten weten wie dit beest is.

“En een derde engel is hen gevolgd, die met een luide stem zei: Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt, en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, dan zal hij ook drinken de wijn van de toorn van God, die onvermengd is ingeschonken in de drinkbeker van Zijn toorn, en gepijnigd worden in vuur en zwavel voor het oog van de heilige engelen en van het Lam.” Openbaring 14: 9 – 10.

De Bijbel zegt heel duidelijk, dat zij die het beest aanbidden verloren zullen gaan.

In het licht van deze uiterst ernstige en plechtige waarschuwing van God mogen we naar niemand luisteren, die ons probeert te vertellen, dat we niet kunnen begrijpen wie het beest is; of dat het eigenlijk helemaal niet zoveel uitmaakt.

“Want er zal een tijd komen dat zij het gezonde onderwijs niet zullen verdragen, maar zij zoeken wat hun gehoor streelt, en zullen voor zichzelf leraars bijeenrapen naar hun eigen begeerten. Ze zullen hun gehoor van de waarheid afwenden en zich keren tot fabels.” II Timotheüs 4: 3 – 4.

En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht. Het is dus niets bijzonders als ook zijn dienaars zich voordoen als dienaars van gerechtigheid.

“Hun einde zal zijn naar hun werken.” II Korinthe 11: 14 – 15.

Door de Bijbel zichzelf te laten uitleggen, door tekst met tekst te vergelijken, kunnen we nauwkeurig vaststellen wie het beest is. (Jakobus 1: 5; Jesaja 28: 10 – 13) Als je dit al niet gedaan hebt, raden we je aan, de kenmerken na te gaan, waarmee de kleine horen in Daniël 7 beschreven wordt. Laat daarna de Bijbel het eerste beest uit Openbaring 13 identificeren.

De strijd gaat over aanbidding!

“Weet u niet dat aan wie u uzelf als slaaf ter beschikking stelt tot gehoorzaamheid, u slaaf bent van wie u gehoorzaamt: óf van de zonde, tot de dood, óf van de gehoorzaamheid, tot gerechtigheid?” Romeinen 6: 16.

Het Merkteken van het beest – deel 1 “Het merkteken van Kaïn”
De laatste strijd gaat over aanbidding!

In het boek Genesis zien we strijd over aanbidding en gehoorzaamheid. Deze strijd gaat de hele wereldgeschiedenis door en is een voorafspiegeling van de toekomstige laatste strijd tussen goed en kwaad.

“En het gebeurde na verloop van enige dagen dat Kaïn van de opbrengst van het land aan de HEERE een offer bracht. Ook Abel bracht een offer van de eerstgeborenen van zijn kleinvee en van hun vet. De HEERE nu sloeg acht op Abel en zijn offer, maar op Kaïn en zijn offer sloeg Hij geen acht.” Genesis 4: 3 – 5.

De twee broers richten tegelijk een altaar op, en beiden brachten een offer. Abel bracht een offer van de kudde, in overeenstemming met de aanwijzingen van de Heer. “De HEERE nu sloeg acht op Abel en zijn offer.” Er daalde vuur uit de hemel neer en verteerde het offer. Maar Kaïn ging tegen het directe, duidelijke gebod van de Heer in. Hij bracht uitsluitend een offer van de vruchten van het land. Er kwam geen teken uit de hemel, dat zijn offer aanvaard werd. Abel drong er bij zijn broer op aan, dat hij God zou benaderen op de door God voorgeschreven manier. Maar hoe meer hij smeekte, hoe vastbeslotener Kaïn was om zijn eigen wil te doen.

“Door het geloof heeft Abel een voortreffelijker offer aan God gebracht dan Kaïn.”Hebreeën 11: 4.

Abel begreep de grote principes van de verlossing. Hij zag in, dat hij een zondaar was. Hij zag in, dat de zonde en de straf die daarop stond – de dood – een levende verbinding tussen zijn ziel en God in de weg stond. Hij bracht een slachtoffer, een opgeofferd leven. Daarmee erkende hij de eisen van de wet, die was overtreden. Door dit vergoten bloed heen zag hij uit naar het toekomstig offer: Christus die aan het kruis van Golgotha zou sterven. Hij vertrouwde op de verzoening die daar tot stand zou worden gebracht. Daardoor kreeg hij het getuigenis, dat hij rechtvaardig was, en dat zijn offer aanvaard was. Kaïn had dezelfde kansen gehad als Abel, om deze waarheden te leren en aan te nemen. Hij was niet het slachtoffer van willekeur. De ene broer werd niet uitverkoren om voor God aanvaardbaar te zijn. En de ander werd niet voorbestemd om verworpen te worden. Abel koos voor geloof en gehoorzaamheid. Kaïn koos voor ongeloof en opstandigheid.

Kaïn en Abel staan voor twee groepen mensen, die er tot aan het eind der tijden zullen zijn. De ene groep maakt gebruik van het aangewezen offer voor de zonde. De andere groep waagt het erop, en rekent op eigen prestaties. Ze brengen een offer zonder de verdienste van een goddelijke Middelaar. En daarom is het niet in staat om mensen in Gods gunst te doen aannemen. Alleen door de verdiensten van Jezus kunnen onze overtredingen vergeven worden. Mensen die vinden, dat ze het bloed van Christus niet nodig hebben, maken dezelfde fout als Kaïn. Zij denken, dat ze zonder Gods genade, via hun eigen goede werken, Gods goedkeuring kunnen verwerven. Als zij het verzoenend bloed niet aannemen, staan ze onder het oordeel. Er is geen andere weg om uit de slavernij van de zonde gered te worden.

De groep aanbidders die het voorbeeld van Kaïn volgen omvat verreweg het grootste deel van de wereld. Want bijna elke valse godsdienst is op hetzelfde principe gebaseerd: de mens kan worden gered door te vertrouwen op eigen inspanningen. Door sommige mensen wordt beweerd, dat de mens geen verlossing, maar ontwikkeling nodig heeft. De mens zou in staat zijn, zichzelf te verfijnen, te verheffen en zichzelf te herscheppen. Kaïn dacht, dat hij Gods gunst kon verwerven door een offer zonder bloed van een slachtoffer. En zo denken deze mensen, dat zij zonder verzoening de mensheid aan Gods maatstaven kunnen laten voldoen. De geschiedenis van Kaïn laat zien, hoe dat moet aflopen. Ze laat zien, hoe de mens zonder Christus wordt. De mensheid heeft niet de macht om zichzelf te herscheppen. De mens ontwikkelt zich niet omhoog, richting God, maar omlaag, richting satan. Christus is onze enige hoop.

“En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden.” Handelingen 4: 12.

Waar geloof, dat volledig op Christus vertrouwt, blijkt uit gehoorzaamheid aan al Gods voorschriften. Van de tijd van Adam af tot nu toe is de Grote Strijd gegaan over gehoorzaamheid aan de wet van God. De eeuwen door zijn er mensen geweest, die aanspraak maakten op de gunst van God; ook al sloegen ze bepaalde van Zijn geboden in de wind. Maar de Schriften zeggen, dat ons “geloof tot zijn doel komt” uit werken. En dat het, zonder goede werken “dood” is. Jakobus 2: 22, 17. Hij die beweert God te kennen, “en Zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in hem is de waarheid niet.” I Johannes 2: 4.

Toen Kaïn zag, dat zijn offer werd afgewezen, was hij boos op de Heer en op Abel. Hij was boos, omdat God het namaakoffer niet aannam in plaats van het door God zelf voorgeschreven offer. En hij was boos op zijn broer, omdat die ervoor koos God te gehoorzamen, in plaats van met hem mee te doen in zijn opstandigheid tegen Hem.

God liet Kaïn, ondanks dat hij het gebod van God negeerde, niet aan zijn lot over. Hij vernederde Zich om te redeneren met de man die zo onredelijk had gehandeld. De Heer sprak tot Kaïn: “Waarom bent u zo boos en waarom is uw gezicht betrokken?” Door een engel werd de waarschuwingsboodschap overgebracht: “Mag u uw hoofd niet opheffen, als u het goede doet? Maar als u dat niet doet, ligt de zonde aan de deur.” Genesis 4: 6, 7. De keuze was aan Kaïn zelf. Als hij vertrouwen zou schenken aan de verdiensten van de beloofde Heiland, en Gods voorschriften zou gehoorzamen, zou hij bij Hem in de gunst mogen staan. Maar als hij zou volharden in ongeloof en overtreding, dan had hij geen reden tot klagen, wanneer hij door God verworpen zou worden.

Maar in plaats van zijn zonde toe te geven, ging Kaïn door met klagen over Gods onrechtvaardigheid en bleef hij jaloezie en haat koesteren tegen Abel. Hij maakte zijn broer bittere verwijten en probeerde hem mee te trekken in zijn conflict over hoe God hem behandelde. Zachtmoedig, maar ook onbevreesd en krachtig, verdedigde Abel Gods goedheid en rechtvaardigheid. Hij wees op de dwaalweg, waarop Kaïn zich bevond. En hij probeerde hem ervan te overtuigen, dat de fout bij hem zelf lag. Hij wees op Gods medelijden, doordat Hij het leven van hun ouders spaarde, terwijl Hij hen met een onmiddellijke dood had kunnen straffen. Hij probeerde hem ervan te overtuigen, dat God van hen hield. Anders zou Hij Zijn eigen Zoon niet geven, die onschuldig en heilig was, om de straf te dragen, die zij zich op de hals hadden gehaald. Dit alles deed de boosheid van Kaïn alleen maar verder oplaaien. Zijn verstand en zijn geweten zeiden hem, dat Abel gelijk had. Maar hij was woedend, dat iemand, die gewoonlijk zijn raad opvolgde, nu de brutaliteit had om met hem van mening te verschillen. En hij was ook woedend, omdat hij hem niet meekreeg in zijn opstand. Brandend van hartstochtelijke woede sloeg hij zijn broer dood.

Kaïn haatte en doodde zijn broer. Niet omdat Abel iets verkeerds gedaan had. “Omdat zijn werken slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig.” I Johannes 3: 12.
Zo hebben de eeuwen door de goddelozen hen gehaat die beter dan zij waren. Abels leven van gehoorzaamheid en onwankelbaar geloofsvertrouwen vormde een voortdurend verwijt aan Kaïn. “Want ieder die kwaad doet, haat het licht en komt niet tot het licht, opdat zijn werken niet bestraft worden.” Johannes 3: 20.
Hoe helderder het hemels licht weerspiegeld wordt in het karakter van Gods trouwe dienaren, hoe helderder de zonden van de goddelozen aan het licht komen. En des te vastberadener zijn hun pogingen, om de mensen die hun rust verstoren te vernietigen.

Het Merkteken van het beest – deel 2

God sprak een vloek over Kaïn uit. Toen Kaïn zich over zijn vonnis beklaagde, plaatste God een merkteken op hem, zodat komende generaties geen wraak konden nemen vanwege deze eerste doodslag.
Het boek Openbaring vertelt ons, dat er opnieuw een strijd zal ontstaan over hoe we moeten aanbidden. En iedereen zal herkenbaar zijn aan ofwel het zegel van God, ofwel het merkteken van het beest.

Zoals het was in de tijd van Kaïn en Abel, zo zal het ook aan het eind der tijden zijn. De ongehoorzame mensen zullen de gehoorzame mensen vervolgen. En ze zullen ook nog denken iets te doen wat God aangenaam is. Johannes 16: 2. Mensen die het merkteken van het beest ontvangen, zullen zich ergeren aan het volk dat God trouw is, omdat ze God aanbidden zoals Hij voorgeschreven heeft.

Mensen die het merkteken van het beest ontvangen, zullen net als Kaïn, een teken hebben, dat hen beschermt tegen de ongehoorzame mensen die zich ergeren. Maar dit zelfde merkteken, of teken van ongehoorzaamheid, zal ertoe leiden, dat zij de zeven laatste plagen zullen ontvangen en de eeuwige dood zullen moeten ondergaan.

Een van de krachtigste waarschuwingen uit de hele Bijbel gaat over het merkteken van het beest.

“En een derde engel is hen gevolgd, die met een luide stem zei: Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt, en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, dan zal hij ook drinken de wijn van de toorn van God, die onvermengd is ingeschonken in de drinkbeker van Zijn toorn, en gepijnigd worden in vuur en zwavel voor het oog van de heilige engelen en van het Lam.” Openbaring 14: 9 – 10.

1. Wie zal worden beschermd tijdens de zeven laatste plagen?

Openbaring 7: 3 zegt: “Beschadig de aarde niet, en ook niet de zee en de bomen, totdat wij de dienstknechten van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.”

LET OP: De mensen die het zegel van God aan hun voorhoofd ontvangen, zullen tijdens de plagen beschermd worden. (zie Psalm 91: 7 – 11).

2. Wat is dat voor “zegel”, wat de rechtvaardigen aan hun voorhoofd krijgen?

Jesaja 8: 16: “Bind het getuigenis toe! Verzegel de wet onder Mijn leerlingen!”

LET OP: Het zegel van God is in Zijn wet te vinden. Een zegel maakt een document tot een officieel stuk. Normaal gesproken heeft het drie kenmerken: De Naam van de zegeldrager, zijn Ambt en zijn Rijksgebied. Bijvoorbeeld: “Kores, koning van Perzië” (Ezra 1: 1)

3. Welke van de Tien Geboden bevat alle kenmerken van een zegel?

Exodus 20: 11: “Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is,

LET OP: Het vierde gebod is het enige, dat alle drie elementen van een zegel in zich draagt: (1) De naam van de Koning: de HEERE; (2) Zijn ambt: Schepper; (3) Zijn rijksgebied: de hemel en de aarde, de zee en al wat daarin is.

4. Wat heeft God gegeven als een speciaal teken van Zijn macht?

Ezechiël 20: 12 NBG: “Ook gaf Ik hun mijn sabbatten als een teken tussen Mij en hen, opdat zij zouden weten, dat Ik, de Here, hen heilig..”

Ezechiël 20: 20 NBG: “Heiligt mijn sabbatten, dan zullen deze een teken zijn tussen Mij en u, opdat gij weet, dat Ik, de Here, uw God ben.”

Exodus 31: 13: “U moet zeker Mijn sabbatten houden, want dat is een teken tussen Mij en u, van geslacht op geslacht, zodat men weet dat Ik de HEERE ben, Die u heiligt.”

LET OP: God zegt zelf duidelijk, dat Hij de sabbat gegeven heeft, als teken van Zijn macht om te scheppen en te heiligen. Het is Zijn zegel, ofwel teken van Zijn gezag. De woorden ‘zegel’, ‘teken’ en ‘merkteken’ zijn de hele Bijbel door uitwisselbare begrippen. (vergelijk Genesis 17: 11 met Romeinen 4: 11 en Openbaring 7: 3 met Ezechiël 9: 4)

5. Wat laat het tweede beest uit Openbaring 13 iedereen gedwongen ontvangen?

Openbaring 13: 16: “En het maakt dat men aan allen, kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en slaven een merkteken zal geven op hun rechterhand of op hun voorhoofd.”

6. Wat is het merkteken van het beest?

LET OP: Het eerste beest uit Openbaring 13 hebben we al geïdentificeerd. Wat is het merkteken van zijn macht en gezag? De beste manier om het merkteken van zijn gezag te ontdekken is, dit rechtstreeks aan het pauselijk systeem te vragen. Bekijk deze passage uit een katholieke Catechismus eens:

Vr.: Op welke dag is het Sabbat?
A.:  De Sabbat valt op zaterdag.
Vr.: Waarom houden wij de zondag in plaats van de zaterdag?
A.:  Wij houden de zondag in plaats van de zaterdag, omdat de Katholieke Kerk het plechtige karakter van deze dag van de zaterdag naar de zondag heeft verplaatst.
(Peter Geiermann, The Convert’s Catechism of Catholic Doctrine (St. Louis: B. Herder Book Co., 1957 edition), p 50.)

Hier is nog een interessant citaat uit een Catechismus:

Vr.: Ken je nog een argument om aan te tonen, dat de Katholieke Kerk de macht heeft om voorgeschreven feestdagen in te stellen?
A.:  Wanneer zij die macht niet zou hebben, dan had zij nooit datgene kunnen doen, waarin alle moderne gelovigen met haar instemmen. Zij had nooit het houden van de zondag, de eerste dag van de week, in de plaats kunnen stellen van het houden van de Sabbat, de zevende dag van de week. Want voor deze verandering kan men zich niet beroepen op het gezag van de Bijbel. (Stephen Keenan, A Doctrinal Catechism (New York: P.J. Kennedy & Sons, third American edition, revised, n.d.), p. 174.)
‘Protestanten … aanvaarden over het algemeen de zondag boven de zaterdag als dag voor openbare godsdienstoefeningen, sinds de Katholieke Kerk tot deze verandering besloten heeft. … Maar het komt protestanten niet in de gedachten, … dat zij door het houden van de zondag in feite het gezag aanvaarden van de woordvoerder van de Kerk, de paus. (‘Our Sunday Visitor’, 5 februari 1950.

Dus het pauselijk systeem zegt, dat het merkteken van haar macht en gezag het feit is, dat zij de zondag tot heilige dag hebben verheven. Het is een verandering die bijna de hele christelijke wereld heeft aanvaard. (zie het aanhangsel met als titel: ‘Welke belangrijke vraag stelt het pauselijk systeem aan protestanten?’)

7. Is het merkteken van het beest of het zegel van God zichtbaar?

Hebreeën 10: 16: “Ik zal Mijn wetten in hun hart geven en Ik zal die in hun verstand schrijven

Prediker 9: 10 NBG: “Al wat uw hand vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat.”

Exodus 13: 9: “Laat het voor u als een teken zijn op uw hand en een gedachtenisteken tussen uw ogen, opdat de wet van de HEERE op uw lippen is. (letterlijk: in uw mond)”

Jesaja 59: 6 – 7 NBG: “hun maaksels zijn maaksels van boosheid, en gewelddaden zijn in hun handen. … hun gedachten zijn onheilsgedachten, verwoesting en verderf zijn op hun wegen.”

LET OP: Noch het merkteken van het beest noch het zegel van God zijn uiterlijk zichtbaar. Ons voorhoofd staat voor onze gedachten, en onze handen zijn symbool van ons handelen. “op uw hand” een “aan hun voorhoofd” worden in de Bijbel consequent gebruikt als symbool voor iemands denken en handelen. (Exodus 13: 16; Deuteronomium 6: 8 en 11: 18)

Iemand ontvangt het merkteken van het beest aan zijn voorhoofd, door tegen de Bijbelse waarheid in ervoor te kiezen te geloven, dat zondag een heilige dag is. Iemand ontvangt het merkteken aan zijn rechterhand, wanneer hij werkt op Sabbat, of uiterlijk de voorschriften voor zondagsheiliging volgt, omdat dit het gemakkelijkst is – bijvoorbeeld om werk te krijgen, te kunnen trouwen, enz.. Hoewel dit teken voor mensen onzichtbaar is, weet God wel wie dit merkteken draagt. (II Timotheüs 2: 19) In zekere zin tekent iedere mens zichzelf. Als ik Gods heilige Sabbat eerbiedig en in ere houd, zal Hij mij Zijn zegel verlenen. Wanneer ik de valse sabbat van het beest houd, zal Hij noteren, dat ik bij het beest hoor.

8. Hoe bepaalt Jezus, dat wij bij Hem horen?

Romeinen 6: 16: “ Weet u niet dat aan wie u uzelf als slaaf ter beschikking stelt tot gehoorzaamheid, u slaaf bent van wie u gehoorzaamt: óf van de zonde, tot de dood, óf van de gehoorzaamheid, tot gerechtigheid?”

Johannes 14: 15: “Als u Mij liefhebt, bewaar dan Mijn geboden.”

9. Heeft iemand op dit moment het merkteken van het beest?

Openbaring 13: 17: “… niemand kan kopen of verkopen, behalve hij die dat merkteken heeft: de naam van het beest of het getal van zijn naam.”

LET OP: Op dit moment heeft niemand het merkteken. Wanneer het een verplichting wordt, kunnen alleen de mensen die het merkteken hebben kopen of verkopen. Wanneer het zover komt, lopen de mensen die Gods heilige Sabbat houden gevaar voor hun leven. (Openbaring 13: 15) Van mensen die ervoor kiezen, Zijn heilige dag te schenden – en die er officieel voor kiezen, wetten van mensen boven Gods wet te stellen – zal genoteerd worden, dat zij bij de antichrist horen. Ieder die trouw is aan Jezus en aan Zijn heilige dag zullen het heerlijke zegel van Jezus ontvangen. Daardoor zijn zij voor eeuwig van Hem. Mensen die proberen neutraal te blijven, zullen tot de antichrist gerekend worden. (Mattheüs 12: 30)

10. Welke twee dingen probeert de antichristelijke macht te veranderen?

Daniël 7: 25: “Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen.”

LET OP: In Daniël 7 staat een oudtestamentische omschrijving van de antichristelijke macht. Er wordt duidelijk voorspeld, dat het beest erop uit zou zijn om zowel Gods wet als de door Hem bepaalde tijden te veranderen. Het pauselijk systeem heeft Gods wet proberen te veranderen, door:
(1) het tweede gebod over het aanbidden van gesneden beelden weg te laten;
(2) het vierde gebod in te korten van 97 woorden tot slechts 8. Daardoor vermijdt het, dat de dag waarop de Sabbat valt genoemd wordt.
En (3) het verdeelt het tiende gebod over twee geboden.

Het pauselijk systeem heeft geprobeerd door God bepaalde tijden te veranderen, door
(1) de mensen te leren, dat ze de eerste dag van de week moesten houden in plaats van de zevende; en
(2) door het heidense Romeinse gebruik over te nemen, elke dag bij middernacht te laten beginnen in plaats van bij zonsondergang. Gods tijd voor de Sabbat is van zonsondergang op vrijdag tot zonsondergang op zaterdag. (Leviticus 23: 32) Geen sterfelijk mens mag het wagen om Gods heilige wet of door Hem bepaalde tijden te vervalsen. (Mattheüs 5: 18)

11. Welke kritiek had God op Zijn vroegere priesters, of pastors?

Maleachi 2: 8 – 9 NBG: “Gij hebt door het onderricht in de wet velen doen struikelen; … omdat gij mijn wegen niet onderhoudt en bij het onderricht in de wet de persoon aanziet“.

Hosea 4: 6: “Mijn volk is uitgeroeid, omdat het zonder kennis is. Want ú hebt de kennis verworpen, en Ik heb u verworpen om als priester voor Mij te dienen. U hebt de wet van uw God vergeten, Ikzelf zal ook uw kinderen vergeten.”

LET OP: God wordt nog steeds gekwetst, wanneer Zijn pastors de persoon aanzien in het onderwijzen van acht of negen van de Tien Geboden, en tegelijk velen doen struikelen over Zijn gebod, de Sabbat heilig te houden. Vrijwel alle kerken erkennen in hun officiële stukken, dat er geen Schriftbewijs is om de heiligheid van zondag te ondersteunen. Tragisch genoeg staan zowel protestanten als katholieken schuldig voor de rechterstoel van God, omdat ze de Bijbelse Sabbat hebben afgeschaft! God zelf gaf de Sabbat als zegel, of teken van Zijn scheppingsmacht, en van Zijn macht om te heiligen en te redden. (Exodus 31: 17 en Ezechiël 20: 12) Welk mens durft dit heilige teken te vervalsen? Het vertegenwoordigt de grote God in de hemel, en alles waar Hij voor staat.

12. Hoe stonden Gods vroegere leiders tegenover de grote onderwerpen van Zijn wet?

Hosea 8: 12 (NBG): “Al schrijf Ik hun tienduizendvoudig mijn wetten voor, toch worden deze geacht als die van een vreemde.”

LET OP: De tijden zijn niet veranderd. God heeft Zijn Sabbat, Zijn grote zegel, midden in Zijn wet geplaatst. Hij begint dat gebod met het woord “Gedenk.” Toch beschouwen veel mensen dit gebod als iets vreemds.

13. Welk duidelijk en plechtig verwijt deed God aan godsdienstige leiders over Zijn heilige Sabbat?

Ezechiël 22: 8 NBG: “Mijn heilige dingen veracht gij, mijn sabbatten ontheiligt gij.”

Ezechiël 22: 26 NBG: “Zijn priesters doen mijn wet geweld aan en ontwijden mijn heilige dingen; tussen heilig en onheilig maken zij geen onderscheid, het verschil tussen onrein en rein onderwijzen zij niet, en voor mijn sabbatten sluiten zij hun ogen; zo word Ik te midden van hen ontheiligd.”

LET OP: God veroordeelt scherp godsdienstige leiders die zeggen, dat de Sabbat niet belangrijk is; en die “Zo spreekt de HEERE” zeggen, wanneer dit niet waar is.

14. Welke specifieke zonde moeten de godsdienstige leiders van God afzweren?

Jesaja 58: 1, 13 – 14 NBG: “Roep luidkeels, houd niet in, verhef uw stem als een bazuin en maak mijn volk zijn overtreding bekend en het huis van Jakob zijn zonden. … dien gij niet over de sabbat heenloopt door uw zaken te doen op mijn heilige dag, maar de sabbat een verlustiging noemt, de heilige dag des Heren van gewicht, en die eert door noch uw gewone bezigheden te doen, noch uw zaken te behartigen, of ijdele taal uit te slaan, dan zult gij u verlustigen in de Here.”

LET OP: God draagt geestelijke leiders op om het schenden van de Sabbat zonde te noemen, en erop te staan, dat Zijn volk de Sabbatdag heiligt. Net als vroeger voor de discipelen, is voor ons het enig veilige, God meer gehoorzaam te zijn dan de mensen. (Handelingen 5: 29)

15. Wanneer jij besluit om Jezus aan te nemen en Hem volkomen te volgen, wat gebeurt er dan?

Mattheüs 11: 29: “Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel.”

LET OP: Een heerlijke rust en vrede stromen je hart binnen bij je bekering. Sabbat betekent ‘rusten.’ Het is een symbool van de rust en de vrede die bij het nieuw geboren worden hoort. (Hebreeën 4: 1 – 10) Mensen die werkelijk wedergeboren zijn, zullen de Sabbat houden als een gezegend teken van die rust. (let op de verzen 4, 9 en 10) Geen vreugde kan zich meten met de vreugde van iemand, die als bekeerd mens de Sabbat heiligt.

Voordat je ‘nee’ tegen het merkteken van het beest kunt zeggen, moet je eerst ‘ja’ zeggen tegen het zegel van God. Jezus wacht aan de deur van je hart op antwoord. Neem je nú het besluit om onder Zijn heerlijke Sabbatbanier te komen, als bewijs dat je Hem als Schepper en Heiland aanneemt?

Aanvullende studie

Welke belangrijke vraag stelt het pauselijk systeem aan protestanten?

Protestanten hebben het pauselijk systeem herhaaldelijk de vraag gesteld: “Hoe hebben jullie het gewaagd om de wet van God te veranderen?”
Maar de vraag die de Katholieke Kerk aan protestanten stelt, is nog veel indringender. Zo klinkt deze vraag uit officiële mond: “Jij zegt, dat zaterdag oorspronkelijk de Joodse Sabbat was. Maar de christelijke sabbat is in zondag veranderd. Veranderd, maar door wie? Wie heeft het gezag een uitdrukkelijk gebod van de almachtige God te veranderen? Als God gesproken heeft en heeft gezegd: “gij zult de zevende dag heiligen.” Wie zal dan durven zeggen: “Nee, je mag op de zevende dag werken en allerlei wereldse dingen doen. Maar in plaats daarvan moeten jullie de eerste dag heilig houden”?
Dit is een heel belangrijke vraag. En ik weet niet, of jij die wel kunt beantwoorden. Jij bent protestant. En je belijdt te handelen vanuit de Bijbel en de Bijbel alleen. Maar juist op een zo belangrijk punt als het heilig houden van één op de zeven dagen gaan jullie tegen de duidelijke letter van de Bijbel in. Je stelt een andere dag in plaats van de dag die de Bijbel gebiedt. Het gebod de zevende dag te heiligen is één van de Tien Geboden. Jij gelooft, dat de andere negen nog steeds van kracht zijn. Wie heeft jou het gezag verleend, om het vierde gebod te vervalsen? Als je consequent je eigen principes zou volgen; als je werkelijk de Bijbel en de Bijbel alleen zou volgen – dan zou je toch in staat moeten zijn, een passage in het Nieuwe Testament aan te wijzen, waarin dit vierde gebod uitdrukkelijk is veranderd? (Library of Christian Doctrine: Why Don’t You Keep Holy the Sabbath-Day? (London: Burns and Oates, Ltd.), pp. 3, 4)